CRI: wat laat het ons zien, of niet zien?​

Future meets past, hoe de CRI waarde te interpreteren met hedendaagse lichtbronnen

CRI staat voor Color Rendering Index, oftewel kleur representatie-index. De methodiek stelt de onderzoeker in staat om op een kwantitatieve wijze de kleurrepresentatie van het licht vast te stellen. Simpel gezegd: welke lichtkleur/golflengten er in het licht aanwezig zijn.
Er zijn echter een hoop beperkingen omtrent het gebruik van CRI en LED. Maar ook bij het gebruik van CRI, bij lichtbronnen, onder een CCT van 5000 Kelvin. Hoe het spectrum zich verhoudt met zijn positie op Blackbody Locus dient in principe altijd samen te gaan met de CRI waarde.
Waar het toepassen van CRI met warmtestralers een vrij goede indicatie gaf over de kwaliteit van het licht, gaat dit met LED absoluut niet op. 

Het is relatief eenvoudig om met een LED een hoge CRI te scoren maar een slechte kleurgetrouwheid te hebben. CRI op zich zegt niets over de lichtkwaliteit wanneer toegepast op een LED lichtbron. Het geeft hooguit een indicatie weer. Dit is een bekend probleem en heeft geleid tot de ontwikkeling van CQS: Color Quality Scale. Waar CRI hoofdzakelijk pastelachtige kleuren meet, kent CQS een grotere waarde toe aan volle kleurverzadiging.

CRI-waarde
De kleuren die gemeten worden met CQS zijn meer verzadigd en geven daarmee een betere representatie van de lichtkwaliteit. Echter, zonder de Blackbody Locus te raadplegen staat ook CQS op zichzelf

LED en CRI: is CQS of IES TM-30-15 meer geschikt?

CRI en LED gaan niet samen om de lichtkwaliteit van een lichtbron te bepalen. Toch wordt CRI nog altijd veelvuldig weergegeven op de verpakkingen van lampen. LED fabrikanten geven in haar datasheets ook nog altijd standaard de CRI waarde weer. Waarbij gerenommeerde LED fabrikanten duidelijke binnings afgeven in welk gebied de LED zich bevindt op de Blackbody Locus. Gecombineerd geeft het een goede voorspelling van de lichtkwaliteit van de lichtbron.

Om de lichtkwaliteit te meten met LED geeft de CQS waarde een betere weerspiegeling omdat de kleurverzadiging een grotere rol speelt. In het kort betekent dit dat het spectrum per definitie rijker dient te zijn dan wanneer er alleen gemeten wordt op de pastelkleuren van de CRI schaal.

CQS-kleuren
Gecombineerd met de Blackbody Locus geeft CQS een vrij goede voorspelbaarheid van de lichtkwaliteit

IES TM-30-15

De overtreffende trap van CQS, die zich beperkt tot 15 beoordelingskleuren t.o.v. de 8 van CRI, stelt TM30-15 99 beoordelingskleuren op de proef. Deze beoordelingskleuren worden onderworpen aan een test die vervolgens 3 uitkomsten geeft: Fidelity Index, Gamut Index en Color Vector Graphic.
De uitkomsten van TM30-15 geven een goed beeld van de lichtkwaliteit dankzij de uitgebreide testparameters en de visuele representatie van de uitkomsten.

De Fidelity Index (Rf) meet hoe dicht de kleur daadwerkelijk bij de referentiekleur gemeten wordt. Op basis van een score van 0 tot 100 worden de beoordelingskleuren gemeten. De Fidelity Index is opgedeeld in 7 hoofdgroepen om zo eenvoudig te zien hoe de lichtbron presteert voor de gestelde gebieden.

De Gamut Index (Rg) geeft de puurheid van de beoordelingskleur weer. Dat wil zeggen in hoeverre de beoordelingskleur verzadigt. In de praktijk geeft deze waarde ons weer in hoeverre het kunstlicht in staat is om verzadigde kleuren te representeren. Een tomaat zal onder een beperkte hoeveel kwalitatief rood-licht verzadiging, minder contrast vertonen. En daarmee een minder frisse indruk nalaten. De Gamut Index wordt gemeten op een schaal van 0-120. Waarbij scoren boven 100 een oververzadiging representeren van de beoordelingskleuren.

De Color Vector Graphic geeft eenvoudig in een intuïtief grafisch overzicht weer hoe de verschillende kleuren presteren op het gebied van kleurverzadiging.

Color-Vector-Index
De zwarte rand geeft de representatie weer van het zonlicht van een bepaalde kleurtemperatuur

De Blackbody Locus is met de TM30-15 methodiek van minder belang omdat er ook ruimte bestaat voor oververzadiging in de testresultaten. In vergelijking met CRI is TM30-15 absoluut een aanrader om te gebruiken wanneer lichtkwaliteit van groot belang is.

Blackbody Locus/de Planckian Locus

In 1900 kwam de wetenschapper Max Planck met een methodiek om de elektromagnetische straling te meten van een ‘black body’. Een black body is een component dat geen straling reflecteert. Daarmee is alle straling die het uitzend afkomstig van de black body. Max Planck gebruikte de Kelvin schaal om de straling bij verschillende temperaturen te meten. Hij constateerde dat bij 300 Kelvin de straling infrarood was, des te hoger de temperatuur des te meer kortere golflengten er uitgestraald werden (zoals UV-straling en Röntgenstraling).
In lichttechniek wordt Kelvin gebruikt om de kleurtemperatuur aan te duiden. Dit betekent een bepaalde spectrale verhouding waarbij destijds een bepaalde temperatuur gemeten werd.

Zowel theoretisch of daadwerkelijk doormiddel van observatie. Tijdens de observatie was er een duidelijke verandering te constateren van rood naar helderblauw naarmate de temperatuur toenam. Het corresponderende zichtbare licht werd gemeten en vervolgens toegepast als leidraad voor de bepaling van bepaalde lichtkleurgebieden, verwijzend naar het spectrum. Deze testen leidde tot destijds tot een mogelijk antwoord op de UV Catastrophe[1]

[1] https://en.wikipedia.org/wiki/Ultraviolet_catastrophe

plankcian-locus

Deze gebieden grafisch afgezet hebben geleid tot de Blackbody Locus of de Planckian Locus. Gecombineerd met CRI verteld de positie van het gemeten spectrum ons iets over de verzadiging van bepaalde kleuren en de balans tussen deze kleuren (golflengten).

Meer weten over licht en lichtkwaliteit? Lees onze blogpost over lichtkwaliteit

CRI-Lichtkwaliteit

Bekijk de hoogwaardige lichtbronnen van ClearLED