Iedereen kent het wel, een lamp met dusdanig scherp licht dat je wegdraait met je hoofd of dat je je ogen samenknijpt. Soms zelfs met pijn aan de ogen. Na dat je in de lichtbron gekeken hebt zie je soms nog vlekken voor de ogen. Dit komt door de hoge lichtintensiteit van de lichtbron. Zo’n hoge intensiteit zorgt voor irritatie, verblinding, hoofdpijn en oogvermoeidheid.
UGR waarde staat in dit acroniem voor Unified Glare Rating. Vrij vertaald naar het Nederlands: de Uniforme verblindingswaarde. Het werkt op basis van een puntensysteem van 5 tot en met 40[1]. Waarbij de meeste testresultaten doorgaans een uitkomst hebben in het 10 tot 31 puntenbereik[2]. Een score van 10 betekent comfortabel licht en een score van 31 betekend absoluut niet te verdragen licht. De UGR waarde komt altijd tot stand binnen een lichtplan. Losstaande lampen met een UGR waarde zeggen in het principe niks zonder een duidelijke omschrijving van de gekozen parameters. UGR waarde is dus geen producteigenschap.
De photo-receptoren (staafjes en kegeltjes) die zorg dragen voor de stimulus naar de hersenen -zodat mensen kunnen zien- zijn overprikkeld. Je bent tijdelijk het zicht kwijt op die specifieke plek door de vernietiging van het photo-pigment door de bombardering van fotonen. Het photo-pigment wordt snel geregenereerd en tijdens dit regeneratieproces zie je een donkere vlek in dit specifieke gebied van je zicht.
Het betreft doorgaans een relatief klein deel van de retina waar dit fenomeen plaatsvindt. Maar bedenk wel dat een lichtbron van voldoende intensiteit een gat in de retina kan branden. Kijk daarom nooit in sterke lichtbronnen.
De methode voor de totstandkoming van de UGR waarde is omschreven in: CIE 117-1995, CIE 190-2010 en CIE 232-2019. In de basis wordt er gerekend met drie verschillende waarden:
Lb= de achtergrond lichtsterkte, dat betekent de lichtsterkte exclusief direct uit de lichtbron gemeten licht. Het totaal bevat factoren voor iedere lichtbron binnen het zichtveld.
Ls: de gemiddelde lichtsterkte van de lichtbron in de richting van de observeerder. (lichtsterkte/verlicht gebied)
ω: de vaste hoek vanuit het oog van de observeerder (verlicht gebied / kijkafstand^2)
p: Guth Position Index (meer visueel ongemak wanneer dichter bij de lichtbron)
Om de UGR-appl formule eenvoudiger toepasbaar te maken is er een standaardisatie gekozen. De gekozen positie, de kijkrichting, de verdeling van de lampen en de reflectiewaarden zijn gestandaardiseerd in de tabelvorm van de UGR waarde berekening. Hierdoor zijn verschillende lampinstallaties eenvoudiger met elkaar te vergelijken.
LED verlichting kent vele optische mogelijkheden waarbij verschillende niet-uniforme straalhoeken kunnen worden bereikt. Dit geeft lichtontwerpers veel extra mogelijkheden om lichtplannen echt op maat te maken. De CIE 117 UGR methodiek is hier niet voor geschikt. Ook bij lichtbronnen waarbij gebruik gemaakt wordt van verschillende lichtbanen, waardoor de lamp zelf niet uniform verlicht is, geven een niet representatieve waarde weer van de CIE 117 UGR methodiek. In vele gevallen wordt de UGR gunstiger weergegeven dan dat deze daadwerkelijk is. Hierdoor is vergelijking met andere uniforme lichtbronnen altijd een appels-met-peren vergelijking.
Het centrum van het lichtgevende oppervlak van de lamp dient als meetpunt. Hiermee wordt een hogere representativiteit verkregen.
In zijn totaliteit zegt de UGR waarde veel in een lichtontwerp, ook met LED verlichting. Waar de UGR waarde deels representatie mist, is bij het gebruik van COB (chips on board). Dit zijn enorm krachtige LEDs die doorgaans diep in een armatuur zijn weggewerkt. De COB wordt vaak in combinatie met een reflector gebruikt. Deze combinatie zorgt voor een goed beheersbaar lichtpatroon en vermindert de hoeken van waaruit directe inkijk mogelijk is.
De directe inkijkhoek is echter dusdanig verblindend dat, er bij een verkeerde positionering van de lamp, er voor de gebruiker van de ruimte altijd een oncomfortabele verblinding aanwezig is. Zij het vanuit directe uitstraling van de lichtbron, of zij het vanuit een reflecterend oppervlak.
Ook lichtbronnen die verschillende licht-uitstralende oppervlakken hebben, zijn onderhevig aan een representativiteitdeviatie. Het blind toepassen van UGR-Appl en daarmee een onderlinge vergelijking maken tussen verschillende lichtbronnen en lichtontwerpen is onmogelijk. De lichtontwerper dient alle factoren in zijn ontwerp mee te nemen en de lichtontwerper dient op de hoogte te zijn van de verschillende tekortkomingen aangaande de gekozen lichtbronnen, het lichtontwerp en de gekozen UGR methodiek.